Andringa Stichting
                                                                                       

PA1221
JACOB CORNELIS LEBERTUS JAN ANDRINGA (roepn. Jaap)

Geschreven door Bep Andringa - v.d. Berg (datum niet bekend)


Jaap Andringa

Jaap Andringa, geboren 18-02-1946 te Den Helder, werd ingeschreven onder de naam Jacob Cornelis Lebertus Jan. Verhuisde een paar jaar later naar Alkmaar en in 1959 naar Amersfoort, volgde nog 2 jaar L.O. en ging daarna naar de L.T.S. om automonteur te worden. 



In augustus 1963 ging hij op 17-jarige leeftijd naar de marine, tekende na 3 maanden opleiding voor 6 jaren bij de onderzeedienst als machinist. 

Jaap Andringa bovenaan Jaap Andringa bovenaan


In september leerde hij mij kennen in Amersfoort; 4 jaar later trouwden wij. Via de marine kregen we 3 maanden later een flatje in Hoogvliet, waar in januari 1968 onze eerste zoon Edward werd geboren. Jaap maakte intussen makkelijk kennis met collega´s en buren; ik had daar meer moeite mee. Bij de marine werd hij de ‘asociale’ genoemd; ondanks alle richtlijnen en wetten bij de marine reilde en zeilde Jaap daar tussendoor en soms er lijnrecht tegenin om zo toch zijn eigen leven te kunnen leiden. Hij baalde in die tijd van het systeem marine.

Ted & Marc Edward Alexander (Ted) Andringa (PA12211) & Marco Leonard (Marc) Andringa (PA12212)


In mei 1969 werd onze tweede zoon geboren en in augustus 1969 trad Jaap met eervol ontslag uit de marine. Hij kreeg werk bij Boele Bolnes als machinebankwerker; 3 maanden daarna is hij weggelopen, hij voelde zich genomen wat werkzaamheden betreft. Kwam als onderhoudsmonteur bij de Oranjeboom-brouwerij terecht, waar hij met plezier en enthousiasme werkte.

Ik kon in de 3 jaar dat we daar woonden nog steeds niet wennen; ik verlangde naar een groene omgeving, schonere lucht en wilde wat dichterbij de familie zijn. Toen stond er een advertentie van de Chemische Fabriek Naarden in de krant met, na verloop van tijd, kans op een woning in Naarden. Op aandringen van mij heeft Jaap gesolliciteerd en dat viel voor ons positief uit. In oktober 1971 kwam hij als operator bij Naarden International. We kregen tijdelijk ± 2 jaar een flat in de Bijlmermeer; 1 december verhuisden we. Door een hoop narigheid in de Bijlmer kregen we één jaar later al een woning in Naarden, waar we nu nog wonen en niet graag weg willen.

Jaap sukkelde intussen al jaren met z´n maag. Hij werd gevraagd voor de bedrijfsbrandweer en toen hij daarmee bezig was, was het hek van de dam. Hij solliciteerde ook bij de gem. brandweer en werd aangenomen. Hij bracht eindeloze uren door in de kazerne en besteedde uren aan lessen voor de verschillende diploma´s die hij haalde. Hij had er een hobby bij, naast al het geknutsel aan auto´s. Hij maakte er ook veel vrienden en stond altijd paraat als er een beroep op hem werd gedaan. Ook op z´n werk was hij graag gezien, ondanks zijn soms rechtlijnig denken en doen. Hij wist wat hij wilde en ging daar recht op aan, ook al botste hij met vele andersdenkenden. Had hij zijn doel eenmaal bereikt, dan wist een ieder wat hij aan hem had. Daardoor werd hij ook gevraagd om actief in de bond te worden. Hij stemde toe, richtte met nog een paar bondsvrienden een belangengroep op bij Naarden Int. Hij volgde een kadercursus in het Veluwe-oord en zette zich ook daar 100% voor in. 

Intussen ging hij ook ziekenhuis in en uit voor z´n maag. In oktober 1978 lag hij voor de 5e keer , voor een kuur van zes weken, in het ziekenhuis. Toen werd hij het zo zat, dat hij geopereerd wilde worden. Dat gaf nogal wat problemen, maar door zijn stijfkoppigheid werd er in toegestemd. In november werd hij geopereerd en genas geweldig. Hij was intussen wel afgekeurd voor de volcontinudienst en was omgeschoold voor een andere afdeling in de dagdienst als destillateur. Ook daar ging alles weer prima.

Half december begon hij weer te werken, hij voelde zich een ander mens, jammer genoeg voor korte duur. Na de jaarwisseling voelde hij zich moe en ziek, bleef thuis, maar knapte niet op. Toch wilde hij weer aan het werk, maar ik vond dat hij eerst door de dokter onderzocht moest worden. Dezelfde dag was hij weer terug in het ziekenhuis. Na 1½ maand van onderzoeken mocht hij zijn 33e verjaardag thuis vieren. De dag daarna moest hij in Utrecht opgenomen worden. De 2e dag van onderzoek van z´n longen deden ze erg zwijgzaam. Een week daarna weigerde Jaap verder mee te werken aan onderzoeken tot ze hem verteld hadden wat er aan de hand was.

De volgende dag heeft hij mij zelf verteld wat de uitslag van de onderzoeken was en dat was verpletterend……longkanker, en geen genezing mogelijk.
Hijzelf had het voor kennisgeving aangenomen omdat hij het al vermoedde, maar voor mij stortte de wereld in. Hij wilde naar huis, de tijd benutten die hij nog had. In mei zijn we met de kinderen naar België geweest met vakantie, daar leefde hij naartoe. Hij heeft zelf gereden, ik had geen rijbewijs. De dag na onze thuiskomst lag hij weer in het ziekenhuis voor een oppepkuur. In de tijd dat hij thuis was regelde hij van alles en nog wat voor ons, verkoop en aankoop van bepaalde dingen die weg moesten of juist nog aangeschaft. Hij maakte een adreslijst, regelde met de notaris de voogdij voor de kinderen, maakte afspraken over de woning, die schriftelijk vastgelegd werden, zorgde ervoor dat ik autorijles ging nemen, schafte een kleinere auto aan, enz.
Hij maakte op onthutsende wijze grapjes tegen mensen die het erg moeilijk met zijn toestand hadden. Hij hielp mij en de kinderen de moeilijke tijd doorkomen, beurde ons op, want wij moesten verder als hij er niet meer was. De laatste dagen heeft hij in het ziekenhuis gelegen, omdat hijzelf de situatie voor ons ondraaglijk vond. Op 12 juli 1979 is hij van ons heengegaan en met Brandweereer begraven.

Wij zijn inderdaad verder gegaan, nu alweer 2 jaar lang. Ik heb mijn rijbewijs, onze jongens zijn naar de middelbare school. Edward naar de Rijn-  en Binnenvaartschool in Amsterdam, Marco in Bussum naar het voorgezet L.O.M. onderwijs.

Het kontakt  met de familie is nog steeds goed.


W.g. Bep Andringa - v.d. Berg.